Over Marianne Aartsen - NL

Marianne Aartsen studeerde aan de volgende opleidingen:

* Stadsacademie voor beeldende Kunsten Maastricht 1973- 1978
* Jan van Eyck Academie 1978- 1980 Maastricht

De Jan van Eyck Academie is een post-academisch instituut voor onderzoek en productie op het terrein van beeldende kunst, ontwerpen en theorie.
Voor Marianne Aartsen was  tekenen en schilderen haar liefste bezigheid als kind en al jong wist ze dat ze zich daarin verder wilde ontwikkelen. Zij studeerde aan de Stadsacademie  voor Beeldende Kunst in Maastricht met name  grafiek, omdat de techniek ervan haar interesseerde en kunstgeschiedenis. Tijdens haar studie aan de Jan van Eyck Academie ontwikkelde ze zich verder in de ingewikkelde techniek van lithografie (direct op steen tekenen), kunst filosofie , theorie, beschouwing  en materiaalkunde. Pas na deze academie ging begon zij, naast de grafiek, te schilderen  met de materiaal- en theoretische kennis die ze verworven had.

Kenmerkend voor haar manier van werken is dat ze zonder ontwerp direct op paneel of linnen schildert, bijna altijd met olieverf. In lagen, maar op een directe manier. Vaak werkt ze lang aan een schilderij, soms jaren, maar er is altijd transparantie en ruimtelijkheid in haar werk. Haar werk heeft materialiteit en is tegelijkertijd ook  immaterieel. Het werk ontstaat meestal vanuit een associatie, idee of een gewoon lijkend incident dat veranderd in een initiatief experiment, welke zij incorporeert in haar persoonlijke mythologie. In al haar werk gaat het om de ruimte, wat er gebeurt tussen idee en het object, waarin al schilderend zich een proces afspeelt van herinneringen die via associatie van gebeurtenissen, uit heden en verleden, opkomen. Het gevolg is dat een werk zich laat zien als momentopnames met open plekken en tegenstrijdigheden. Een soort leegte. Het ongrijpbare proberen vast te houden. Maar zich ook laat ‘lezen’ als een soort doorlopend verhaal, waarbij de handeling en het associatieve samenvallen. De achterliggende wereld, het feitelijke beeld en de imaginaire wereld die wordt opgeroepen zijn voor haar een doorlopende zoektocht en de bron van haar artistieke idioom.

Naast schilderen begon ze  na een aantal jaren ook  met driedimensionaal werk in hout en was. De beelden worden door haar direct hol in was opgebouwd. Een riskante techniek, zonder van te voren een klei of gipsontwerp te maken. Daarna wordt het in brons gegoten waardoor je directheid en werksporen in haar werk ervaart.

Ze werkt al vele jaren incidenteel samen met dichters. Dat resulteerde in 1997 in het boek Hazenveld (uitgegeven door Philip Elchers). Tien dichters schreven een gedicht bij een schilderij van haar hand bij haar tentoonstelling Hazenveld/Campus Leporarius in het Bonnefantenmuseum. (zie link)
Zij correspondeerde in de aanloop tot deze tentoonstelling met Seamus Heaney over o.a. de hazen.
Hij zond haar o.a. zijn vertaling uit het mid-engelse ‘ names of the hares‘ 44 verschillende aanroepingen voor de haas bij de aanvang van de jacht. Uit deze namen koos Marianne er een tiental voor een lithografische prent ( deze prent was maakte deel uit van de tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum) met gelithografeerde en geschilderde hazen met namen als The light-foot, shake the heart, the Glance-aside, de laatste naam koos Marianne als naam voor de kleine uitgeverij van haar boeken.

In haar ogen betekent het niet alleen een snelle blik, ‘maar ook het opzij kijken, wat een haas doet. Haar (de haas is vrouwelijk bij Heaney) grote blikveld van meer dan 180 graden. Het bolle glanzende oog, waardoor zij, naast voor en opzij, ook achter zich kan kijken naar wat haar achtervolgd en zo al zigzaggend haar reddend pad beschrijft’. -M.A. in een interview

Zij ziet al haar werk als een geheel, opgebouwd uit al de facetten van de individuele werken. Het is daarom dat zij ze uitgaven maakt waarin ze de werken met elkaar in verband brengt.
Er verschenen twee boeken met beeldend werk naast poëzie van Eva Gerlach. In het eerste (2000) Solstitium (in opdracht van uitgever Jo Peeters), leverde Aartsen het beeld bij een nieuwe reeks gedichten; in het tweede (2003), Jaagpad schreef Gerlach poëzie bij Aartsens werk. Het uitgangspunt is niet dat beeld en tekst elkaar illustreren; veeleer lopen tussen de harde kaften verwante geesten samen een eindje op.In 2013 schreef Eva Gerlach een Essay over negen schilderijen van Marianne Aartsen.
Het essay samen met afbeeldingen van de negen schilderijen in een tweetalige uitgave van Uitgeverij Glance Aside te Maastricht (ISBN 978-90-8o7977-0-3) De richting van het rood. De uitgave, prachtig vormgegeven door Geert Setola en is verkrijgbaar via deze website bij de betere boekhandel.(zie verder in deze tekst)

In 2003  maakte Marianne Aartsen het boek ‘Fascinatie van de haas’, in samenwerking  met Aljuma Jinndo en naverteld vanuit het Malinees Frans door Thérèse Cornips, (Frans en Nederlands). In 2005 verscheen het boek ‘Het meisje en de haas/ Het verwijlen van de haas’ met beeld en tekst van haar hand (Engels en Nederlands), met vertalingen van Maud Peereboom en Thérèse Cornips. Zie meer bij de pagina over ‘boeken‘ op deze website. Eind  2007  verscheen bij de gelijknamige tentoonstelling het boek ‘Hareborne’.

‘De kunst van Marianne Aartsen’, inleiding van Emily
Ansenk  bij opening van de tentoonstelling
‘Hareborne’ van Marianne Aartsen in 2009.
Drs. Emily Ansenk is directeur  van de
Kunsthal in Rotterdam.(-)

 “Mijn eerste ontmoeting met het werk van Marianne
Aartsen dateert al uit 1994 ….De schilderijen van
Aartsen sprongen er voor er mij uit….
Haar letterlijke en figuurlijke gelaagdheid
en onuitgesproken beeldsuggestie bleven mij
bij, tot vele uren, dagen nadat ik het werk
gezien had. Ze weet het oog aan zich te binden
doordat zij de gedachtenwereld van de
beschouwer weet te raken.(–)Ze nodigen uit tot mijmeringen en vormen
een ontdekkingsreis voor de beschouwer.

(—)Je herkent thema’s, zoals hazen of de tafel,
maar ieder werk kent, zoals gezegd, zijn eigen
poëzie. Je laat je erin meezuigen, maar wordt
vaak teruggeworpen op jezelf.
Dit heeft waarschijnlijk te maken met haar
manier van werken: het werk ontstaat
geleidelijk gedurende het proces.
Zij maakt geen uitgewerkte voorstudies,
de compositie is niet van te voren helder
bepaald en de techniek van het werken
in lagen zorgt telkens voor verrassingen(-)

Je zou kunnen zeggen dat Marianne Aartsen
een intuïtieve kunstenaar is, waarbij zij
opereert op het snijvlak van figuratief en abstract.
De vorm en de betekenis komen voort
uit het werk en niet andersom…’

’ De combinatie van haar talenten -want we hebben het hier over heel verschillende disciplines-overstijgt mijns inziens het vakmanschap tot kunstenaarschap van hoog niveau//…In ieder geval van belang dat er een grote eenheid inzit, doordat tekst en beeld van één hand zijn.—Marianne heeft een hazenziel. De haas en de kunstenaar zijn al jaren met elkaar verbonden. //De uitgave en deze tentoonstelling draagt de titel Hareborne , een combinatie tussen Hare en Airborne, te zien in de bungelende hazen in de tentoonstelling. Waarmee ze in feite de lichtvoetigheid van de zwaartekracht in beeld brengt//—

Al deze uitgaven kenmerken zich door
een meerwaarde, het zijn geen ‚gewone
‘ tentoonstellingspublicaties’.
Ze bezitten originaliteit, een groot gevoel
voor grafische vormgeving en poezië.
In Hareborne is een autonoom gedicht
van haar afgedrukt.” (-)


—————————————————————————————————————-
Eva Gerlach koos uit het recente werk van beeldend kunstenaar Marianne Aartsen negen schilderijen en schreef hierover een indringend essay onder de titel ‘ De richting van het rood/Direction of the red’
september 2013

 

In het verleden werkten beide kunstenaars reeds samen. In 2000 bij de uitgave Solstitium, die verscheen bij de uitreiking van de PC Hooftprijs aan Eva Gerlach als jubileumuitgave van de Zwarte Reeks. Verder in 2003 bij de uitgave Jaagpad, verschenen bij de tentoonstelling Passages van Marianne Aartsen in het Stedelijk Museum Roermond.
In 2013 september was er een pop-up tentoonstelling van de negen schilderijen te zien in Maastricht, de schilderijen die Eva Gerlach uitkoos voor haar essay. Aan het einde van haar essay komt zij tot de volgende omschrijving van het werk van Marianne Aartsen:‘Het is dat oppervlak, de huid van de schilderijen, waarin Aartsens Hazenprincipe culmineert. De ruimte is verf, dikte en dunte ervan, de kleuren in hun eigen werkelijkheid, hun relatie tot het licht en elkaar. De verf, beweging en rust ineen, ontzenuwt de tijd. De personages, verhalen, raadsels -die voortdurende verstrengeling van leven en dood- ze lossen op, treden uit de tijd in een sublieme gelaagdheid van verf, waarin alles tegelijkertijd herinnering en aanwezigheid is’

Het essay verscheen samen met afbeeldingen van de negen schilderijen in een tweetalige uitgave van Uitgeverij Glance-aside te Maastricht (ISBN 978-90-8o7977-0-3). o.a. verkrijgbaar via deze website en bij de betere boekhandel.
—————————————————————————————————————

De dichter Seamus Heaney over haar litho’s en schilderijen hazen in Hazenveld 1997 (t.g.v.de gelijknamige solotentoonsteling begin 1998 in het Bonnefantenmuseum).“They are delightful, nimble, cheerful , full of live.”
Ze zijn verrukkelijk, lichtvoetig, vrolijk en levendig
————————————————————————————————————-
De recensent Pieter Defesche over het werk van Marianne Aartsen (—-) ‘De kunst van Marianne Aartsen kan bogen op eigenschappen, die maken dat zij zich moeiteloos hechten in het geheugen… je schroomt om de wereld van Marianne Aartsen binnen te gaan en haar bewaarde geheimen te ontraadselen…Ook het prachtig schilderschap is liefdevol. Dichterlijk bovendien.‘ Uit het boek ‘Bewaarde geheimen’ in samenwerking met de dichter Frans Budé
———————————————————————————————–
De dichter Frans Budé in het boek Passages
‘Het lot van ons aller bestaan vangt zij in transparante beelden die beurtelings verwijzen naar beproeving en inkeer. Sommige werken hebben een licht erotische lading, het maakt ze fascinerend en eigentijds.
Het werk van Marianne Aartsen is als volgt samen te vatten: tegenover de chaos in de wereld plaatst zij haar tekens van verstilling en inkeer. Haar beelden zijn zuiver en autonoom, doortrokken van het verlangen vat te krijgen op wat buiten ons denken valt.’

“Spontaan en ogenschijnlijk onbezonnen, lichamelijk en nooit onnatuurlijk,  brengt zij haar emoties over(…)
Uiterst fijnzinnig  wordt zij als ze ertoe over gaat-  tussen alle heftigheid van factuur en palet door- om de blik
van de afgebeelde vrouwen vast te leggen in hun ingetogen charme, schuwheid, begrip, kwetsbaarheid (…)
De spanning tussen droom en werkelijkheid, die zo kenmerkend is voor haar manier van werken, heeft zij
ook in haar recentere werk weten te bewaren.”

————————————————————————————————
‘Perfecte symbioze tussen beeld en taal’, Catharien Romijn, Limburgs Dagblad, 1 maart 2003

Catharien Romein over de tentoonstelling Passages ‘in het Stedelijk Museum Roermond en het tegelijkertijd gepresenteerde boek Jaagpad.

‘Bij 21 van haar (Marianne Aartsen) werken schreef Eva Gerlach gedichten, ‘Jaagpad’ heet de bundel waarin beeld en taal een perfecte symbiose aangaan’….

‘Hun wereld is er een vol van raadselachtige verrassingen. Van de onomkeerbare dood en het dagelijks bestaan. Niet zwaarwichtig, maar breekbaar en soms lucide en toverachtig.Alledaagse plaatjes doen daarin niet terzake. Realistische schilderkunst evenmin. Het gaat om de jacht op de vorm die leegte en abstractie suggereert. Zo vertellen haar doeken en panelen een haast ongrijpbaar verhaal.….Zo brengt ze ademdunne verflaag over laag aan. Voegt iets toe haalt weg, ze vernietigt om iets nieuws te krijgen.

Destructie en creatie….Marianne Aartsen laat vormen van kleur, delen van lichamen vallen en stijgen. Een zwarte lijn wordt tot een danseres. Met een vloeiende beweging toont ze ons de poorten van de hel of laat ze een riviergod dobberen. Ook de haas, symbool van snelheid en onafhankelijkheid, verschijnt opnieuw in haar werken. Ze laat in haar hazenschilderijen gaten vallen, die je met het oog aanvult. In de leegte vermoed je het dier maar zeker is dat niet. Indringend zijn haar portretten. Ze verbeeldt ze vol raadselachtige vertedering, sereen met een vleugje melancholie.’
—————————————————————————–

Nederlands Dagblad 9-januari 2004 Rien van den Berg
‘een fraai luxe boek met mooi beeldwerk, (vooral de schetsmatige zwart-wit tekeningen overtuigen onmiddellijk), met intrigerende verhalen.
over “Fascinatie van de haas/ Dogonverhalen” ‘
—————————————————————————–

Anneke Reitsma 
in Ons Erfdeel, april 2004
‘De schilderijen van Marianne Aartsen, die van een prachtige doorschijnendheid zijn, kunnen moeiteloos op zichzelf staan, omdat die beelden zo’n fier zelfbewustzijn uitstralen waarbij de betovering overigens intact blijft.’ (—–) Over Jaagpad
—————————————————————————–
Dagblad Trouw Letter&Geest 

Voorpublicatie 31-8-2013 div. pagina’s
 
‘De richting van het rood’
Schilderijen van Marianne Aartsen inspireren schrijvers en dichters.
Onder hen is Eva Gerlach.
Ze ziet ‘rimpeling van lucht of water rondom 
het lange losse zwarte haar, zo in draden 
en strengen geschilderd en van doffe glans voorzien 
dat je het in je handen voelt als je ernaar kijkt’.